Zinnigheid

Even stilstaan en puur alleen ruiken aan de rozen is er niet meer bij; registratie an sich, van wat dan ook, is zaligmakend geworden, en ik verdenk de lui van mijn eigen generatie ervan dat ze die drommelse vragenlijsten bedacht hebben. Niet allemaal samen, natuurlijk, en al helemaal niet die briljante geneeskundestudenten die al in hun eerste jaar amputatie onder de knie hadden. Maar je wordt tegenwoordig murw getrapt met sneue enquêtes, terwijl zo’n rondvraagje juist de meest infantiele manier is om aan informatie te komen.
Mijn hondje, een het verschil tussen elitarisme en egalitarisme niet eens kennende dobermann, is nog nooit wat gevraagd, zijn soortgenoten evenmin. En toch weten we bijvoorbeeld dat ze niet graag lood eten. Ra, ra, hoe kan dat? Het antwoord doet bij hen die meer ophebben met de purist David Hume dan met de prutser Ivan Pavlov wellicht een belletje rinkelen: er bestaat ook nog zoiets als falsificatie! Meten is weten, maar je moet wel weten wat je aan het meten bent.
Mensen tonen zichzelf niet middels een vragenlijst. Mocht je dat toch denken dan ben je waarschijnlijk ook van mening dat mensen zichzelf het meest oprecht laten zien in een selfie. De paradox van de geobserveerde is hier in het spel; mensen dansen anders voor de spiegel als ze alleen zijn.
Als ik al een vragenlijst invul, dan zorg ik altijd voor minstens één goede leugen. Je moet bijvoorbeeld niet aangeven dat je 500 jaar oud bent; dat haalt het filter niet. Maar als je, net als ik, gewoon iemand bedenkt die de enquête had kunnen invullen, en je geeft diegene een werkelijk extreme eigenschap, dan heb je eigenlijk al gezorgd dat de meetresultaten niet eens meer iets zeggen over het kleine steekproefuniversum. Niet alleen heb je je eigen gegevens onttrokken, maar je hebt ook een fantoom toegevoegd.
Enigszins hebben onderzoekers wel al wat gevonden op dat probleem: ze passen de gegevens gewoon aan. Van ouderen is bijvoorbeeld bekend dat ze over het algemeen wat milder zijn dan sociaal gewenst is. Hun resultaten worden derhalve met een verschoning achteraf wat feller gemaakt. Het gebeurt: eerst protocolleren, daarna corrigeren.
En zo zie je maar weer dat je nou eenmaal niet klakkeloos van alles moet aannemen. Aan Google heb je bijvoorbeeld ook niet altijd iets, want laatst zocht ik op ‘vacuüm’ en toen vond ik niks.

2 antwoorden op “Zinnigheid”

  1. onze in 2004 of zo overleden huis filosoof , de in 1933 geboren Herman Verbeeten, zou hebbem gezegd, na lezing van dit essay: RAAK! Breed en Venloosch uitgestoken, met een dubbele diepe keel R en een langgerekte aaa, zoals in het franse “station”. Ik zeg ook: Raak❣

Reacties zijn gesloten.