Pleisters

De eerste keer dat ik zelf pleisters kocht, weet ik nog goed – ik was een laatbloeier. Dinsdag 19 april 1988, bij Drogisterij Banninck Cocq en Van Ruytenburgh, op de Keizersgracht in Amsterdam. (Dit is een soort functioneel anachronisme; mij is bekend dat de betreffende drogisterij toen nog Drogiquick heette, maar omwille van de herkenning, en daardoor het begrip, gebruik ik hier de recentere naam.) Het was een zonnig dagje met een gevoelstemperatuur van soms wel vierentwintig komma drie graden Celsius, waarbij vermeld mag worden dat mijn gevoel in dezen meestal overeenkomt met wat er in De Bilt gemeten wordt. Blijkbaar was er die dag helemaal niets van enig belang in de wereld gebeurd, want het staat me nog goed voor de geest dat niemand om mij heen op zijn mobiele telefoon aan het kijken was.
Bekend verondersteld mag worden dat pleisters er zijn in verschillende soorten en maten; zetten we de eerste variabele uit langs de x-as en de tweede langs de y-as, dan krijgen we een mooi regelmatig patroon waar zowel pleisterliefhebbers als bepaalde neuroten van smullen. En het is ook logisch dat bij een speldenprik andere eisen aan pleister worden gesteld dan bij een beenamputatie. Op een ronde wond plakt men het beste een ronde pleister, en bij een wond met de vorm van een trapezium geldt een vergelijkbare procedure. Er zijn huidkleurige pleisters voor mensen met een pleisterkleurige huid. En er bestaan pleisters waarmee je onder water kunt. (Maar hoe vaak ga je met je duikboot weg?) Zelf gebruik ik het liefste pleisters die je zelf moet knippen; voorgevormde pleisters zijn feitelijk voor amateurs. Het voordeel van nog te knippen pleisters is sowieso dat je tijdens het bewuste proces eenvoudig een (extra) reden kan creëren om een pleister nodig te hebben.
Soms krijgt een pleister het etiket plakband; of andersom eigenlijk. We zitten dan in een van de volgende scenario’s: de protagonist is te billig om deugdelijke pleisters te kopen, hij is door zijn voorraad heen, of hij heeft ze niet binnen handbereik. Zelfs ik val soms in een van die categorieën.
Ik besefte pas dat ik echt verslaafd was toen ik mijn hondje, een stellig niet in de kleurenleer van Goethe gelovende bullmastiff, ook met een aantal pleisters zag lopen. En toen ben ik maar gestopt met bloeden.

— — —
welkomthuispagina.nl