What did you have for brexit? Dit is een centrale vraag in mijn correspondentie met Heston Blumenthal. Volgens Heston is deze nieuwe maaltijd (vlak voordat je gaat slapen) een idee dat 100% van hem is. De laatste tijd neemt hij ook veel van mij aan over stikstof, en dan bedoel ik niet de vloeibare variant. Nee, de weg die vooral ik namelijk in wil slaan in de moleculaire gastronomie is die van de afbraakproducten. In welke staat van ontbinding zou vlees bijvoorbeeld mogen zijn, wil je het zonder schroom een vegetariër voor kunnen schotelen? Kijk, als vlees al zo erg vergaan is dat zelfs mijn hond, een keelpijn tot kunst verheven hebbende dashond, zijn neus ervoor ophaalt, dan mag je het volgens mij niet eens meer vlees noemen. Het stinkt misschien wel, maar dat is uiteraard een nadeel van geen vlees willen eten. Bij het rotten van dierlijk weefstel ontstaan immers enkele stikstof bevattende verbindingen met niet te missen aroma’s. De twee belangrijkste daarvan zijn waarschijnlijk wel de aminen putrescine en cadaverine. Die laatstgenoemde is blijkbaar nogal toxisch, maar die eerste komt ook in je speeksel voor, dus een minstens pseudovegetarisch hip soepje is er voor een moderne chef-kok waarschijnlijk best mee te maken. Ja, of je breit er een soort raviolischuim van, en je slikt het dan weg met een hele hoop agaragar.
Mijn visie hieromtrent is wat exotischer dan die van Heston, trouwens. Wat hem betreft is het al voldoende om vlees na een nachtelijk badje van pepsine, protease en lipase simpelweg kapot te koken, te vriesdrogen en daarna drieënhalf uur in de blender te doen. (Het laatste half uur moet die blender dan ook aan.) Als iets de textuur van vlees niet meer heeft, is het geen vlees meer, vond hij vorige vrijdag nog.
Controleurs van voedselveiligheid bewerkt Heston overigens liever op een ouderwetsere manier met een rasp en kokend water. Ik parafraseer hem: ‘De spreekwoordelijke slager zal altijd zijn eigen vlees blijven keuren, want – bijvoorbeeld – elementen uit de verzameling van opsporingsambtenaren die geen boetes meer uitschrijven geven daarmee aan dat hun functie feitelijk overbodig is.’
Maar ach, je bent wat je eet, dus in feite is iedereen die zich niet doodhongert voedsel, al hoeft dat voor mij geen moraal te hebben.
— — —
welkomthuispagina.nl
Ik verslikte me en ga even vasten tot de verslikking over is. Wat een associatief vermogen heeft de schrijver! Hij kan veel in twee walnotendoppen stoppen, en de twee helften verlijmend. Ik, de leesster kraak de noot en kauw lang op de inhoud van de noot. Bart J. G. Bruijnen is begaafd, geestig en de beste nonsens- kunstenaar die ik ken. Aunty Godelieve