Ik ben geen schrijver van het woord lieveheersbeestje. Een paar jaar terug heb ik ons woordenboek geraadpleegd, dus ik weet nu hoe het woord gespeld moet worden, maar ik schreef ooit: Lieve-Heers-beestje, lieve Heersbeestje en Lieveheers-beestje. Op het forum van lieveheersbeestje.nl maak je daar absoluut geen vrienden mee. Bij dezen derhalve mijn oprechte excuses aan alle lieveheersbeestjesminnenden.
In Verdeel en Lieve-Heers, het vakblad van lieveheersbeestjesfans, stond laatst een alleraardigst artikel over de balts- en paringsrituelen van het lieveheersbeestje. Omdat lieveheersbeestjes in die bewuste tijden graag spelen en gorgelen met saponinen of vitamine E-achtige substanties – dat werd in het artikel niet geheel duidelijk – en dat daarna overgeven aan hun vriendinnen is de jojobaplant een plant die de top 2000 van de lieveheersbeestjes al meer dan zestig jaar van de eerste plaats voorziet. Fluister maar eens ‘jojoba’ naar een lieveheersbeestje dat toevallig op uw arm zit en hij/zij zal dit gegarandeerd beantwoorden met een stuk of twaalf stippen!
Net als olifanten niet zonder steenvruchten kunnen en vossen niet zonder vitamine B, kunnen lieveheersbeestjes niet zonder de jojobaplant.
Zoals een moezelman zijn Mekka heeft en een paling de Sargassozee, zo heeft het lieveheersbeestje de jojobaplant.
Lieveheersbeestjes kunnen – afhankelijk van hun lengte – per dag vele, vele malen hun eigen lengte vliegen. Er gaan zelfs verhalen van lieveheersbeestjes die in een dag – in een concorde en in het bijzijn van verschillende wetenschappers en jojobastekjes – tweemaal de wereld zijn rondgevlogen. Rotstekeningen uit de tijd van enkel amfibieën laten al de onvermijdelijkheid en onverwoestbaarheid van lieveheersbeestjes en Stanley Kubrick zien. En de jojobaplant was toen alleen nog maar als eencellige in de aanbieding.
Heel wat weken later – zo ongeveer rond de slag bij Nieuwpoort – dreigde het heel erg mis te gaan met de jojobaplant kwa voortleving. Het lieveheersbeestje was toen toevallig al zestien jaar naar een vakantiepark, maar was hij aanwezig geweest, dan had hij zeker actie ondernomen. Gelukkig en door een verkeerde afslag liep het allemaal nog goed met de jojobaplant en sindsdien zijn de jojobaplant en het lieveheerbeestje om totaal onbegrijpelijke redenen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar voor deze twee entiteiten zonder handen is het nou eenmaal zo dat de ene hand de andere wast. En nu weet ik echt niet veel van botanie, microbiologie, mycologie, fycologie of lichenologie, pteridologie, bryologie, virologie en bacteriologie, laat staan van ornithologie, malacologie, ichtyologie, herpetologie, entomologie of zoölogie in het algemeen, en medische biologie, biotechnologie en milieubiologie, maar ik weet wel dat planten liefde nodig hebben om te groeien, en de zojuist genoemde plant is daar echt geen uitzondering in.
In het vakblad van jojobaplant- en lieveheersbeestjesgeïnteresseerden, Jojobakever (bijna vleesgeworden God), vatte de econoom Samuel V. Johnson het volkomen verkeerd en onzinnig samen: ‘Hetzelfde geldt overigens voor gras.’