Monoloochenen

Deejays waren in in die tijd. Guitaarhelden waren uit. Guitaarhelden konden bijvoorbeeld niet tijdens het muziek maken met hun handen zwaaien en deejays konden dat wel. Nou, dan ben je er al. Het was in die tijd ook erg stoer om ‘Ik hou van vinyl’ te zeggen. Guitaarhelden zeiden doorgaans: ‘Het maakt mij niet uit of ze Vinyl heet. Als ze maar grote hersenen heeft.’ En dat is natuurlijk niet romantisch. Vinyl Jansen had bijvoorbeeld bepaald geen grote hersenen. Maar als ze gewoon haar T-shirt aanhield was ze heel aardig. Echt waar. Ze was wel een slechte actrice, maar in aardig zijn was ze heel bedreven. Het is sowieso een fabel dat je grote hersenen moet hebben om in de showbusiness door te kunnen breken. Veel meisjes wagen nooit de stap omdat ze vinden dat hun hersenen te klein zijn. Onzin! Jack Nicholson is toch wel een van de iconen in de wereld van acteurs en actrices, maar hij heeft hooguit middelgrote hersenen. Hij speelt soms wel dat hij grote hersenen heeft. Maar spoel dan de band maar eens eventjes terug en bekijk het in slow motion. Dan zal je zien dat het niet echt is. Ach, neem nou Sophia Loren. Slechts honderd gram! Make-up doet wonderen. Halle Berry? Ha, die heeft zelfs maar één hersen! Allemaal werk van computers, jongens. Niks geloven meer. Trucage, zeg ik je. Allemaal trucage. De kijkertjes thuis denken dan dat er bijvoorbeeld een scène in de winter is opgenomen. Maar dat is dan gewoon in een studio. Met nepsneeuw. Het is maar goed dat de acteurs en actrices jassen en sjaals hebben, denken ze dan, anders hebben ze het wellicht koud. Niks daarvan. Gewoon nepsneeuw. Sneeuw om te neppen. Ik vertelde het laatst nog iemand.
Hij zei: ‘Dus het is gewoon nep?’
Ik zei: ‘Ja, het is gewoon nep, ja.’
Hij zei: ‘O, ik wist niet dat het nep was.’
Ik zei: ‘Nou ja, het is dus nep.’
Hij zei: ‘Goh, wel goeie nep dan!’
Ik zei: ‘Ach, ’t is wel nep waarover nagedacht is.’
Hij zei: ‘Het neppe is wel knap, ja. Dat kun je zien.’
Ik zei: ‘Je moet wel uitkijken dat je de makkelijke nep en de moeilijke nep niet door elkaar haalt.’
Ja, voor die nep mag best een compliment gegeven worden. Toch, niet elke branche is geschikt voor het maken van complimenten. Terwijl natuurlijk iedereen zijn best doet. Een accountant zal waarschijnlijk nooit een schouderklopje krijgen omdat hij achtentwintig en dertien bij elkaar heeft opgeteld (en dat ook nog eens binnen een half uur). Maar een pianist krijgt na elk optreden volgens mij wel te pas en te onpas te horen dat hij goed gespeeld heeft. Daarom vind ik het ook leuker om tegen een pianist te zeggen: ‘Volgens mij heb je niet alle toetsen gebruikt.’ Vaak ervaren pianisten dat ook veel complimenteuzer dan ‘Goed gespeeld heb je!’ Ik snap dat maar al te goed. Ik kreeg vroeger op de kleuterschool ook altijd en altijd te horen dat ik goed gespeeld had. En ik kon dat nooit plaatsen. Wat was er dan precies goed en voor wie was dat dan goed? Een beetje blokken stapelen of achter elkaar leggen en dan ben je tof bezig? Waarom zou je iemand aan het begin van zijn schoolloopbaan al in de war maken? Een paar jaar later had ik ook een leraar die me meer vragen gaf dan antwoorden. Hij vond het op een dag nodig me te vertellen dat ik voor galg en rad zou opgroeien. Maar bedoelde hij nou rad of rat? En zou ik twee dingen worden? Toen ik van iedereen schaamhaar kreeg en ging studeren werd het mij duidelijker. Maar ja, in die tijd had je geen goede opleidingen tot galg en/of rad en/of rat. Groningen had wel een faculteit, maar het niveau was daar tergend laag. Daar kon je hooguit deejay mee worden.