Je moet me niet naslapen

Gisteren was de mooiste dag van Berends lever. Zijn rectum had die dag enige weken terug al gehad, maar dat was sowieso een landelijke feestdag, dus dat telde niet. Berend zelf telde wel. Niet elke dag, natuurlijk. Hij was immers dirk-poep-in-’t-handje niet! Maar toch zeker zestien keer per maand en er waren zelfs dagen dat hij over de duizend kwam.

Even pas op de plaats, trouwens, want hoe leuk het ook allemaal was, Berends lever hing het niet aan de grote klok. De grote klok was namelijk veel te hoog en bovendien was de toren waarin die hing gisteren wegens verbouwing en gemakzucht gesloten en woonde er niemand binnen een straal van vijfhonderd meter daarvan met wie hij vreemd kon gaan. En dan houdt het snel op. Zeg nou zelf.
Over ophouden gesproken: de blaas van Berend was al – pak ’m beet en geef ’m een slinger – tien komma nul jaar bezig om een prijs te winnen. Gisteren had hij/zij zelfs nog bijna meegedaan aan het invullen van een slagzin! Maar omdat hij/zij last had van zijn/haar buren kon hij/zij niet iets bedenken wat op ‘boterham met hagelslag en een hypotheek’ rijmde.

Aardige mensen, trouwens, die buren. Sinds vorige week waren ze op een volgens weinigen welverdiende vakantie. Lekker rondtrekken in Liechtenstein en genieten van plaatselijke plaatsen. Dat deden we wel vaker, genieten. Vooral nadat ze er een cursus over gevolgd hadden. Het was óf die cursus óf een lezing over de betekenis van loyaliteit in de loop van de Turkse geschiedenis. Maar de buurtjes van Berends blaas hadden uiteindelijk geen zin in het betalen van achtendertig euro vijftig voor een bijeenkomst van twintig seconden, inclusief lesmateriaal.

Al met al viel het nogal mee, want buurvrouw had ooit een cursus gevolgd over Wittgenstein en die ging niet eens door, inclusief lesmateriaal.

En nu we het toch over overeenkomsten hebben: het kraakbeen van Berend leek heel tevreden, maar was het niet. Delen van de neus hadden graag in een van de knieën gezeten en andersom. Er was zelfs een stuk neuskraakbeen dat zo graag andersom had gezeten dat het een brief had geschreven naar de overheid.

De dag dat de overheid de brief las, waren er net twee naakte achttienjarige meisjes in de buurt. Iedereen snapt dat dan de aandacht wel enigszins is afgeleid! De stagiaire die dag, die met moeite wiskunde gestudeerd had, kon gelukkig wel wat afleiding gebruiken. Lang en breed werd erover gesproken. Een kwartslag werd er gedraaid en breed en lang werd erover gesproken. Toen bleek dat er geen belastinggeld te halen was, brak de overheid het thema af zonder vermelding naar wie dan ook.

Berends geest was teleurgesteld. Berends ziel niet. Zo was Berend.

Eén antwoord op “Je moet me niet naslapen”

Reacties zijn gesloten.