En dan moet je weten dat Johan, de achterneef van de accountant van de achterneef van onze zich razend wanende reporter, zich net de dag daarvoor had laten steriliseren. Hij kwam, en dat is ook een leuk verhaal, in die tijd in opspraak omdat hij de berkenboom van zijn buren had omgezaagd. Hing over zijn schutting of zoiets. Achteraf bleek dat het niet eens een berkenboom was maar een spar en dat de melkboer vreemdging. Toen de vrouw van Johans melkboer haar koffers pakte deed ze dat in drie keer. Want ze had zes koffers en maar twee handen. Nog geen zevenentwintig dagen later waren de scheidingspapieren getekend. Solange, met wie de melkboer van Johan vreemdging, had toen al een ander. Solange viel op getrouwde mannen. En getrouwde mannen vielen op hun beurt weer op Solange. Want als je een man bent en getrouwd en je kunt mooie tieten bedenken, dan zijn de tieten van Solange zelfs nog mooier. Haar tieten waren nog echt ook. Geen siliconen, niks! En daar dan veel van. Wel hadden haar ouders (fervent lezers van ons periodiekje, maar dit terzijde) trouwens vroeger tamelijk veel geld uitgegeven aan orthodontisten en opticiens om haar gezicht wat te fatsoeneren. Later zou ze zich met haar nieuwe gezicht maar al te vaak schamen als ze haar buurvrouw tegenkwam. Ze wist wat haar buurvrouw bedoelde met haar blik. En haar buurvrouw had maar één oog. Dat kwam door een verkeersongeluk toen ze zestien was. Iemand had haar rechteroog uit haar rechteroogkas gehaald en daar is toen een vrachtwagen overheen gereden. En die dag waren ook nog eens de zes ziekenhuizen in de omgeving dicht. Het jaar daarop merkte de buurvrouw op dat ze gelukkig geen lesbienne was. Ze had het geduld niet. En gelijk had ze; als je maar één oog hebt, kun je geen diepte zien, heb ik me weleens laten vertellen. Maar lezen lukt dan nog wel! En buurvrouw had dan ook elke avond één oog gericht op ons buurtkrantje, als ze niet met haar zus belde. Haar zus was twaalf jaar jonger en stond eigenlijk veel meer in het leven, ondanks dat ze maar één been had. Niet dat dat haar overigens lette om zich enorm sexy te voelen. Zij was bijvoorbeeld de mooiste vrouw uit de straat met één been. Op de redactie van ons courantje was ooit ook een discussie gaande over of er nu wel of niet een krantenbezorger met één been in dienst genomen moest worden. Voor de goede orde moesten natuurlijk uit alle lagen van de bevolking mensen gerekruteerd worden; hoe lager hoe beter uiteraard. Er stonden al mensen bungelend in de rij om deze vacature te vullen, maar de hoofdredacteur zag er geen been in. Ongeveer alles werd uit de kast gehaald om het idee toch gestalte te geven. Lydia, die koffie en thee zette en broodjes smeerde, vond haar handschoenen terug, maar meer leverde het ook niet op. Een van die handschoenen had Lydia nog van haar nicht Mia gekregen. Mia’s hobby was het om lid te zijn van de ouderraad van basisschool De Blokkeskwalle en om zich daar hard voor te maken. Haar zoontje, Simon, lag al ruim zes jaar in een coma – tragisch ongeval, er drongen zich ooit via een spermacel ziekelijke genen in een eicel en daar is toen Simons foetus en uiteindelijk Simon zelf uit gegroeid –, maar niemand maakte zich ondanks dat meer druk om het schoolbeleid dan Mia. Mia, moet men weten, was een altsopraan en had altijd het hoogste woord. Er moesten klimrekken komen! En een basketbalveld en éénrichtingsverkeer. En schuiftrompetten voor als er kinderen waren die schuiftrompet wilden leren spelen. Gevolg van Mia’s stampij was wel dat er een jongetje in onze wijk was dat later Nederlands jeugdkampioen klimrekken zou worden. Maar ja, toen was ons buurtblaadje al ter zielen. Te weinig kopij. En je moet uiteraard ook weer niet dingen gewoon uit je duim gaan zuigen.