Jou van heb ik jou daar

Je spuit een keer zaad richting een eicel en dat gaat dan z’n eigen leven leiden. En dat zou als volgt kunnen gaan: Dr. Z.S.M.N.B. van der Nieren zat al vier maanden thuis nu. Overspannen, zei de bedrijfsarts. Het viel Dr. Z.S.M.N.B.* zwaar om de diagnose van een minderwaardige collega te moeten accepteren, maar de directeur van het ziekenhuis stond erop dat hij een tijd rust zou nemen.
Uiteraard had Dr. Z.S.M.N.B. de bedrijfsarts nog als tip meegegeven dat die zou moeten stoppen met roken, want hij was niet voor niets cardioloog. Het zwijn bleek het gratis advies echter niet als parel te herkennen. En dat was in zekere zin in feite de reden dat Dr. Z.S.M.N.B. was afgebrand. Zijn goede bedoelingen werden weinig tot niet gewaardeerd. En dat terwijl hij de mensheid zo graag ten dienste was en blij maakte. Als kind wilde hij daarom eigenlijk altijd komiek worden. Al op werkelijk zeer jonge leeftijd probeerde hij een grap te maken. Dat kwam omdat hij kort daarvoor had meegemaakt dat zijn favoriete oom een grap had gemaakt. Dat móést hij gewoon ook! Rare bijkomstigheid was dat zijn oom helemaal geen grap had gemaakt, maar de aanwezigen toevallig allemaal op hetzelfde moment moesten lachen om iets totaal anders. Dat komt voor. Niet vaak, maar het komt voor. Dr. Z.S.M.N.B. had dat geluk alleen nooit mogen hebben. En toen hij op z’n zesde een documentaire zag over zeehondentrainer Radboud en zijn zeehond Patje wist hij dat hij geen komiek wilde worden, maar zeehondentrainer!
Echt mooie documentaire, overigens. Radboud zei bijvoorbeeld: ‘Hé, Patje, hoeveel sigaretten steek ik op?’ En Patje riep dan: ‘Aink!’ Tot Radboud om gezondheidsredenen moest stoppen met roken. De hele act van Radboud en Patje stond op losse schroeven. Maar ja, de dokter had het wel prima voorgeschoteld. Hij had namelijk gezegd: ‘Radboud, zoals je nu leeft, met dat roken erbij, kun je misschien nog tien jaar furore maken en animeermeisjes in Las Vegas neuken, maar als je stopt met roken geef ik je nog zeker elf jaar – te leven in somberheid en ellende.’ De keuze was snel gemaakt. Een heel jaar!
Toen de documentaire was afgelopen wist Dr. Z.S.M.N.B. dat hij geen zeehondentrainer wilde worden, maar cardioloog.
Dr. Z.S.M.N.B. ging studeren in de tijd dat iedereen tot in de eeuwigheid in Stephen Hawking geloofde. Zijn studie duurde minder lang en leerde hem dat als Stephen Hawking rookte hij qua gezondheid allerlei beperkingen had gehad. Dr. Z.S.M.N.B.’s kruistocht werd het dan ook om mensen van het roken af te helpen, met of zonder filter. En hij deed dat met argumenten. Of, nee, meer opties op argumenten. Beter gezegd: futures op argumenten. Specifieker zou wellicht zijn om te zeggen dat hij het met een soort warrants op argumenten deed. Nou ja, in feite zei hij gewoon tegen iedereen die hij tegenkwam dat die moest stoppen met roken.
‘Goedemorgen/-middag/-avond, dokter Van Nieren.’
– ‘Goedemorgen/-middag/-avond en stop met roken!’
De hele dag door en alle seizoenen.
Uiteindelijk kwamen patiënten, patissiers, pedagogen, pedicures, penitentiair inrichtingswerkers, perronopzichters, personeelsfunctionarissen, peuterleidsters, pianostemmers, piloten, plantenteeltdeskundigen, plantsoenmedewerkers en nog een aantal anderen aan wie hij nogal dwangmatig had opgelegd dat ze moesten stoppen met roken klagen dat ze door de wijziging in levensstijl bijvoorbeeld tot wel tien kilo waren aangekomen.
‘Wees blij met al die extra jaren die u nu heeft om weer af te kunnen vallen,’ had hij dezen bijvoorbeeld geantwoord.
De stroom klagers werd er niet kleiner of gezelliger van. De verschillende gedupeerden raakten met elkaar in gesprek.
‘Er was geen lol meer aan als hij in de bus zat,’ zei een buschauffeur. ‘Bij elke halte riep hij dat ik ook maar moest stoppen met roken.’
‘Dat is nog niks,’ zei een junkie. ‘Mij maakte hij wijs dat echt alles gezonder is dan roken. Och, na een week zonder sigaret heb ik toen uit pure ellende mijn hoofd in een pan water van honderd graden Celsius gestopt. Nou, ik kan je vertellen, daar gaan je hersenen echt letterlijk van koken!’
En net toen topgoochelaar Hans Klok wilde gaan kermen dat zijn acts een stuk flauwer waren geworden zonder rook, bereikte het geroezemoes in de groep een onaangenaam en onontkoombaar niveau van ruis.
Ineens stond daar Dr. Z.S.M.N.B., buiten zinnen en adem, tegenover de kliek klagers.
‘Ja, kunnen jullie in godsnaam stoppen met die herrie?’ schreeuwde hij. ‘En met roken!’
Daarna greep Dr. Z.S.M.N.B. met zijn rechterhand naar de linkerkant van zijn borst en zakte hij ineen.


* Sinds de dag dat hij officieel cardioloog was had hij zich nooit meer met zijn voornaam voorgesteld en alles zo goed als alleen nog maar met ‘Dr. Z.S.M.N.B.’ ondertekend – ondertussen wist niemand, inclusief hijzelf, eigenlijk meer hoe hij voluit heette.