Varkenskip of runderkip

chicken

‘Nul komma achtenveertig, maar dan wel afgerond.’
‘Nul komma achtenveertig?’
‘Ja, het aantal ballen per Nederlander, gemiddeld.’
‘Er zijn, neem ik aan, ongeveer evenveel mannen als vrouwen in Nederland.’
‘Wat wil je daarmee zeggen?’
‘Is het gemiddelde aantal ballen per Nederlander dan niet één, afgerond?’
‘Dat was vroeger misschien zo. Met de rekenkundige kennis van nu en de realiteit van een duizend jaar of twee geleden heb je gelijk. Maar we leven nou eenmaal in het nu. De ballen zijn aan het verdwijnen. Kijk, honderd jaar geleden had je per Nederlander toch zeker iets van nul komma tweeënnegentig bal. Vijftig jaar geleden lag dat al op de nul komma tachtig.’
‘Echt een flinke daling in een korte tijd, man.’
‘Dat zeg ik. Vooral als je naar de indexering van het aantal te verdelen ballen per jaar kijkt.’
‘Ah, getallen! Het is dat ik op vrouwen val, anders zou ik me er eentje zijn.’
‘Over vrouwen gesproken: hoe is het eigenlijk met Nelson?’
‘Nou, sinds zijn heupprothese is hij niet meer helemaal de oude.’
‘Pfoe, een totale heupprothese! Tja, dat is ook nogal wat.’
‘Nee, het is uiteindelijk geen totale heupprothese geworden, hoor. Het is, laten we voor het gemak zeggen, voor negentig procent heupprothese en voor tien procent heupflacon. De overige anderhalve procent – ja, je weet hoe dat gaat met afrondingsfouten – heeft ook wel iets met een heup te maken, maar de doktoren weten nog niet precies wat.’
‘En alleen maar omdat hij even iets recht moest zetten.’
‘Ja, ik vind het nog steeds de schuld van degene, of degenen, die het om heeft, of hebben, laten vallen.’
‘Hij w…’
‘Sorry?’
‘Ja, ik wilde eigenlijk iets met “je ne sais quoi” zeggen, maar toen begon ik ineens heel erg te twijfelen, echt heel erg, gevoed door een nogal ongebruikelijke mix van existentialisme en fatalisme.’
‘Heb ik ook weleens gehad.’
‘Echt?’
‘Echt. Dat was vlak nadat ik bijna voor de televisie een programma had gepresenteerd.’
‘Bijna?’
‘Ja, ik had toen een idee opgestuurd om in een aantal uitzendingen steeds een complottheorie bij de lurven te vatten waarbij, in alle openheid, mijn gasten en ik dan compleet naakt zouden zijn. Maar daar hoor je dan op veel te mysterieuze wijze natuurlijk helemaal niks meer van. Ja, ja!’
‘Joh, dat wist ik helemaal niet, dat jij bijna voor de televisie hebt gewerkt.’
‘Ach, ik kan gewoon heel veel. Vroeger niet. Vroeger ging alles maar moeilijk. Ik moest bijvoorbeeld elke dag vijf kilometer lopen. Elke dag! Vijf kilometer! Om mijn stopwatch op te halen. Maar omdat ik met mijn slome kop dus elke dag vergat om dat ding dan ook in mijn broek- of rugzak te stoppen en daadwerkelijk mee te nemen, moest ik de volgende dag weer het hele pad afleggen.’
‘Wat een leven.’
‘Ik wist niet beter.’
‘Maar inmiddels is alles wel oké, dus op een gegeven moment is het allemaal goed gekomen, toch?’
‘Ja, ik moest op dat gegeven moment waarover je het net had een balamputatie ondergaan. En daarna heb ik eigenlijk geen klachten meer gehad.’