Al mijn vrienden zijn dood, zei ik laatst
Op mijn feest, en niemand was er om te zwijgen
Vroeger werden we romantisch gehouden met onzin
Dat bond ons
Ons werd wijsgemaakt dat het leven ergens over ging
Maar het gaat alleen over; gemakkelijk te versmaden
Bijvoorbeeld met een kompas en een vergrootglas
Het lijkt wel of ethiek vaak slechts een grap is
Of nee, geen grap
Om een grap kan men nog lachen
Zelfs om een slechte grap
Zo – blazend door de neus –
Met de lippen stijf op elkaar
Geen van mijn vrienden had een talent
En we zouden samen lachen tot de dauw
Goeddoen bleek blijvend niets voor ons
Goeddoen bleek geen duwtje voor geen rug van ons
En nooit lachten we samen tot de dauw
Wat blijft in deze wereld – niet de mijne –
Zijn de herdenkingen
Zo moe als twee Remco Camperts
Word ik ervan, maar ik weet niet hoe het moet
Vroeger nooit opgelet en nooit op gelet
Het herdenken duurt altijd langer
Dan het herdachte, dacht ik, denk ik
Leg me toch uit hoe dingen mij niet tegen moeten staan!
Zoals ik het dus zag en zie, heb ik opgeschreven
Op een A4-tje en dat heb ik – althans
Een originele kopie van het voorbeeld, met een
Wit gedeelte om het zwart te zien en een zwart
Gedeelte om het wit te zien – dus altijd bij me
Vandaag vond ik onze oude spatel
In de la, waarin ik haar ook terugplaatste
Niemand was er toch om haar te missen
Mijn pijnstillers had ik inmiddels ingenomen
We worden allemaal een dagje ouder…