Dichtbij en verplicht


De eerste kleine week van januari is er altijd een van obligate jovialiteit.

“Trouwens, nog de beste wensen!”
“Ja, jij ook de beste wensen!”

Of varianten met gezondheid en/of geluk. Allemaal dingen die je een robot ook zou kunnen leren. Met twee handen op z’n rug.
Voor moderne mensen is het ook een automatisme. De meesten zijn nog van de schrik aan het bekomen dat ze met kerst weer eens naar de kerk gingen en tijdens de mis verdulleme de mensen om hen heen een hand moesten geven.

Maar voor de serieuze, introverte, ingetogene, realistische, ietwat cynische medemens is het nieuwe jaar tot Driekoningen niets minder dan een heuse hel! Het liefst zou je binnen blijven om pas 7 januari weer nieuwe boodschappen te gaan doen.
En het is natuurlijk ook zonderling absurd dat bij het jaarbegin mensen ineens reageren alsof iedereen meedoet aan een wedstrijd en elkaar daarbij succes moet wensen.

Kijk, het is begrijpelijk dat je je huisarts, je accountant of je advocaat geluk wenst. Die mensen zijn daar afhankelijk van. Die hebben kei- en retemoeilijke banen waarbij ze maar te hopen hebben dat ze het klaarspelen.
Maar je bent een ongelooflijke vierkante paardenlul als je heilwensen accepteert van iemand die zelf een speler is in jouw geluk!
Het Shirky-principe wordt eigenlijk nergens zo wrang een vleesgeworden ironie als bij het ritueel van de nieuwjaarswensen.
Die gemeenteambtenaar die met zijn geoefende glimlach en zijn oogkleppen op jou ‘het beste’ wenst terwijl hij dondersgoed weet dat zijn eigen geklungel oorzaak gaat worden van een deel van jouw ongeluk. Die makelaar die jou een hand geeft, eigenlijk alleen maar om te kijken hoe hij die er het beste uit kan draaien. Die oom die overdreven meer dan genoeg geld heeft om jou wat te lenen en ‘gelukkig nieuwjaar’ al voldoende vindt. Die adviseur die met een mand om zijn middel ontzettend trots is op zijn rijmende cliché. Mensen die je eigenlijk zouden kunnen of zelfs moeten helpen en het botweg niet doen, maar wel op de meest melodieuze manier waarop je ze ooit zal horen praten een wens van voorspoed afraffelen. En dat terwijl iedereen weet dat haastige voorspoed zelden voorgoed is…

Maar je moet dat gedoe eigenlijk voor zijn. Zoals Keith Moon altijd zei: “If you can’t beat them, join them!”
Onoprecht zijn kun je namelijk leren. Hoe dienstverlenend Nederland en consorten de rest van het land opjagen en verkloten is ook voor jou weggelegd! En als cadeautje voor het nieuwe jaar zal hippekut daarom de Acht Gouden Stappen van de Non-reactie voor jou, lieve lezer, onthullen.

Acht Gouden Stappen van de Non-reactie:
1. Vraagsteller laten wachten (minstens een week);
2. Vraagsteller een ontvangstbevestiging sturen (even aangeven dat je de vraag ontvangen hebt);
3. Vraagsteller laten wachten (minstens een week);
4. Vraagsteller een voortgangsbevestiging sturen (even aangeven dat je ermee bezig bent; ‘we zijn de dossiers bij elkaar aan het zoeken’ doet het bijvoorbeeld altijd goed);
5. Vraagsteller laten wachten (minstens een week);
6. Vraagsteller een antwoord geven (dit is niet meer dan een bericht waarin staat dat ‘men’ het zal gaan bespreken);
7. Wachten tot het eind december/begin januari is en de vraagsteller een gelukkig nieuwjaar wensen;
8. Stap 7 herhalen.

Uiteraard is dit magische schema op alle denkbare situaties toepasbaar. Doe er je voordeel mee!

Eén antwoord op “Dichtbij en verplicht”

  1. jij past die 8 stappen al menige jaren toe.
    heeft je al windeieren gelegd?

    je hoeft hier niet op te reageren hoor!!
    je zal niet weten hoe dat vriendelijk zou moeten!!!!!

Reacties zijn gesloten.