Buiten was het koud. En daar had iedereen last van. Want binnen was het bijna niet warm te krijgen. Zo koud was het. IJsberen daarentegen, die kunnen goed tegen de kou. Maar mensen zijn geen ijsberen. Mensen zijn mensen. Daarom heten ze ook mensen. Omdat het mensen zijn. Paulien Boersma was ook een mens. Paulien Boersma, zo wil je toch niet heten? Gelukkig heette Peter van Berkel zo ook niet. Maar hoe Peter heette zou hem een rotzorg zijn, hij had namelijk de loterij gewonnen. Hij had genoeg over om tot aan zijn pensioen voor zijn baan als medewerker eerste band op de golfkartonfabriek te Berkel-Enschot verlof te kopen om daarnaast nog een zeer riant bedrag over te houden waarmee hij de dagen kon sluiten tot aan dat pensioen. Wat een leven. Zijn buurman, Henrieke van Schoonhoven, had die luxe niet. Hij was puntenslijper van beroep, gespecialiseerd in HB-potloden. Vakwerk, dat wel, maar geen beroep om rijk mee te worden. Tenzij je natuurlijk tot de toppers behoorde. Maar daartoe behoorde hij niet. Nee, met een halve linkerhand en geen rechterhand kom je niet ver. Het is al een wonder dat Benny (zoals Henrieke wel vaker werd genoemd) het zover had geschopt in de puntenslijperbranche. Maar godverdomme, wat was het koud buiten.
Buiten was het koud. En daar had iedereen last van.