Een soort van wiskunde

Stefan werd tachtig jaar. Nou ja, hij stierf drie dagen voor hij tachtig werd. Zelf wist hij niet echt meer dat hij tachtig zou worden. Vanaf zijn zeventigste ongeveer was hij de draad echt kwijt. Of, om het positiever te zeggen, tot zijn zeventigste ongeveer wist hij nog waar de draad was.
Hans werd de dag na zijn achtentwintigste verjaardag niet meer wakker. Vanaf zijn achttiende had hij gebeest en gefeest.
Zowel Stefan als Hans wisten eigenlijk niet meer wat ze de afgelopen tien jaar gedaan hadden.
Gelijk spel, zou je zeggen.
Maar wiskundigen lachen daarom.
Want Stefan heeft maar tien tachtigste (= 12,5%) van zijn leven gemist en Hans tien achtentwintigste (= 35,7%).
Het bewijs is derhalve geleverd: Alzheimer is beter dan plezier maken.

Eén antwoord op “Een soort van wiskunde”

Reacties zijn gesloten.