Dichters ontmaskerd

Dichters zijn aartslui.

In plaats van nachtenlang
met pijn in de knoken
op een toetsenbord te rammen
om oneindig lege documenten te vullen
staan die lamlendige barden
al peinzend
uit het kleine raampje van hun petieterige zolderkamertje

te staren

op zoek naar inspiratie
om vervolgens een paar loze woorden
op de achterkant van een over een armzalige liquiditeit handelend rekeningoverzicht

te krabbelen.

Ik bedoel,
als je het vertaalt naar fysieke arbeid
doet een dichter nagenoeg niets
in verhouding tot de prozaïst.

Lui dus.

6 antwoorden op “Dichters ontmaskerd”

  1. Waarom zou je trouwens mijn belachelijkmaking van een account overtreffen?

    Schrijf je een keer iets over een lullige dienstverlener en meteen komt er een Walter aan die er weer een schep of acht bovenop doet!

    Op zo’n manier is het gewoon niet meer leuk.

  2. Mijn god, al die moeite!

    Je hebt gewoon een tof stuk tekst zitten schrijven over eikels die we eigenlijk willen zijn…

    Als ik jou was zou ik gewoon een paar dagen rust nemen.

Reacties zijn gesloten.