Een avondvullende vrouw

Een avondvullende vrouw kan doorgaans meer dan twee dingen. Ervaring speelt ook een rol. Als een meisje pas op haar zeventiende begint wordt ze op ’r vroegst op haar vierentwintigste een avondvullende vrouw. Zoiets leer je niet op school, zoiets leer je bijvoorbeeld van een collega op een vrijdagmiddagborrel als je drieëntwintig en een half bent. Zonde van de tijd, besef je dan. En zonde van al het vlees.
Avondvullende vrouwen zijn altijd voorbereid. Tasje met hun dingetjes erin altijd in de buurt. Ook in de middag laat een avondvullende vrouw zich niet van haar stuk brengen. Ik kende zelfs ooit een avondvullende vrouw die om negen uur ’s ochtends al op haar qui-vive was.
Meisjes die na twintig minuten al de kluts kwijt zijn en naar de wasbak lopen zouden verbannen moeten worden. Daar is geen eer aan te behalen. Er is tegenwoordig voldoende mogelijkheid tot educatie. Dus bewaar de ‘ik wist het niet’-smoesjes maar voor familiereünies.
Voor een avondvullende vrouw is het breken van een hand, een schouder of een been geen probleem. Dat is nog geen reden om niet meer avondvullend te zijn! Ze zijn niet voor één gat te vangen.
Avondvullende vrouwen roken. Minstens een sigaret per half uur. Dus reken maar uit hoeveel sigaretten je in huis moet halen.