Jan Rap en zijn nieuwe maat

Wat Peter wel het tofste in het leven vond was onzekerheid. Maar dat was hem niet altijd gegeven. Zo ruimde hij laatst zijn boekenkast op en met zijn stomme kop bladerde hij daarbij sommige boeken nog even door. En tot zijn schrik kwam hij erachter dat het boek ‘Dagwerk, Nachtspel’ van Carlo Gébler, waarin hij ook nog – voor toen vast belangrijk – de datum 3 januari 1991 had geschreven, een vertaling uit het Engels was.
“Vandaar dat slechte taalgebruik,” zei Peter heel zachtjes. Hij hoefde niet hard te praten, want hij had het tegen zichzelf en stond toevallig verdomd bij zichzelf in de buurt. “Zeer waarschijnlijk was ik op drie januari 1991 dronken en in Tilburg.”
Tijdens het boekenkastopruimen viel ook een deel van de Dikke van Dale op de grond en open.

Hij las:
dievenherberg (de) dievenhol
En direct daaronder:
dievenhol (het) verblijf, verzamelplaats van dieven

“Zou daar over vergaderd zijn door de woordenboeksamenstellers?” vroeg hij zich af.

Toen las hij, een paar lemma’s verder:
dievenpak (het; g.mv.) gespuis van dieven

“Aha,” mompelde Peter. “Ik had als kind vroeger dus altijd een gespuis van dieven aan tijdens carnaval.”
Peter krabde zijn ballen, zuchtte en zei: “Ik vind de wereld nu even heel moeilijk.”
Hij scheurde de bladzijde (van ‘Dietser’ tot ‘differentiatie’) uit het boek en maakte er een dievenpeer van.
Ondertussen was het een komen en gaan op het station van Jan Rap, maar van zijn dieet zakte zijn broek af.