Door het flitsen van al de cameralampen liet Kevin een scheet of drie, vier.
“Gelijkgestelden, gelijkgestemden, what the fuck,” gaf Kevin zijn repliek tegen een redelijk opdringerige reporter. “Ik dacht dat het over tijd en klokken ging, en dat er een paar waren die op gelijke tijden dingen doen vertaalden met ‘elkaar pijpen als het er zich maar voor leende’ daar kan ik natuurlijk geen zak aan doen!”
Foetus Kevin werd met een speciaal soort handboeien het justitieel gebouw uitgeleid.
“En dat u uit de kas gegrepen hebt, neemt u zich dat niet kwalijk?” vroeg een reporter.
Kevin stopte zijn gang op de grote marmeren trap en keek de betreffende journalist aan.
“Uit de kassa,” zei je, “uit de kassa!”
Hij bewoog zijn te worden gezicht heel en heel erg dicht naar het gezicht van de inmiddels bukkende journalist.
“Dat betekent niet: IN de kassa, jongen!”
Toen spuugde hij op de man en liet daarna een lage ‘c’ aantoetsen. Hij sprak: “Het feit dat ik misleid ben door de homo’s die zich voordoen als klokken, kan mij allerminst verweten worden! Het is gewoon zo en eenieder die iets vindt kan dat melden en zal ik binnenkort doodmaken!”
Zeven bontjassen werden er die dag aan Kevin aangereikt, waarvan hij er slechts drie aantrok.